Di/Wo 20/21 oktober
De meteorenzwerm van de Orioniden bereikt rond deze dagen zijn maximum. De omstandigheden zijn dit jaar gunstig. Het is nieuwe maan op 23 oktober, dus er is geen storend maanlicht. Daardoor kunnen er in de nanacht tot zo’n 25 vallende sterren per uur verschijnen. Kijk zeker ook de nachten voor en na het maximum, want de piek piek is breed en verspreid over meerdere dagen.
Uit onderzoek blijkt dat de ZHR (de maximale uurfrequentie onder ideale omstandigheden) van de Orioniden sterk kan variëren. Gemiddeld ligt de ZHR rond de 25, maar een aantal jaren geleden was de activiteit een stuk hoger. In 2006 en 2007 bereikte de zwerm een maximale ZHR van rond de 60. De laatste jaren is deze helaas weer teruggelopen tot 25. Een sterke verhoging wordt dit jaar niet verwacht, maar er is altijd een kans op verrassingen.
Orioniden vinden hun oorsprong in de komeet Halley die elke 76 jaar in de buurt van de zon en de aarde komt. In 2061 keert de komeet terug.
Uitleg bij het diagram
Tijd
De tijd is verdeeld in periodes van een uur. De grenzen van deze intervallen zijn weergegeven in lokale tijd (MET of MEZT).
ZHR (Zenithal Hourly Rate) – grijze staven
Dit is het theoretische aantal meteoren die je zou kunnen zien onder ideale omstandigheden: er is dan geen enkel storend kunst- of maanlicht waardoor het compleet donker is. De zwakst zichtbare sterren zijn in dit ideale geval van magnitude 6,5. Het radiant staat in het zenit. Deze situatie komt in Nederland vrijwel nooit voor. Meestal zijn er dan ook minder meteoren te zien dan de ZHR aangeeft. In werkelijkheid kan het aantal meteoren heel anders uitpakken. Het is immers maar kansrekening. Elke meteoor verschijnt op een onverwacht moment op een onverwachte plek aan de hemel. Bovendien kan de activiteit van een zwerm van jaar tot jaar verschillen.
HR (Hourly Rate) – blauwe staven
Dit is het verwachte gemiddelde aantal meteoren voor elk uur dat je onder gunstige omstandigheden vanuit Nederland kunt zien. Bij de schatting hiervan is rekening gehouden met eventueel maanlicht en schemering, en de hoogte van de radiant. Er is aangenomen dat de zwakst zichtbare ster maximaal van magnitude 6,5 is (bij afwezigheid van de maan). Zijn de omstandigheden minder gunstig dan is het aantal vallende sterren minder. Dit kan komen door kunstlicht of bewolking. Ook een heiige of vochtige hemel zorgt ervoor dat er minder meteoren te zien zijn.
De Maan – Gele lijn
Deze lijn geeft de hoogte van de maan weer in graden boven de horizon. Bij 0 graden staat de maan ‘op’ de horizon (bij opkomst en ondergang). 90 graden staat voor het punt recht boven je hoofd (het zenit). De maan verlicht de hemel en haar aanwezigheid zorgt ervoor dat de zwakste meteoren niet te zien zijn. Zeker bij volle maan loopt het aantal sterk terug. Is de maan een sikkel of half verlicht dan valt dit effect mee.
De Zon – Oranje pijlen
Met deze pijlen zijn achtereenvolgens de tijdstippen van zonsondergang en zonsopkomst weergegeven.
Radiant – Groene lijn
Ook de hoogte van de radiant is een belangrijke factor voor het aantal zichtbare meteoren. De radiant is het punt aan de hemel waar de meteoren van een zwerm vandaan lijken te komen, als je de lijn terug doortrekt. Des te hoger de radiant aan de hemel staat, des te meer meteoren kunnen oplichten. Als het radiant zich niet boven de horizon bevindt, zijn er geen meteoren van die zwerm zichtbaar. Meteoren kunnen overigens aan de hele hemel verschijnen.