Waarnemen vanuit de stad?

Tellen van meteoren, in vakjargon visueel waarnemen, is zonder twijfel de oudste manier van meteoren waarnemen. Tellingen worden nog steeds wereldwijd verzameld en geven inzicht in (het verloop) van de activiteit van meteorenzwermen. Het tellen is gestandaardiseerd en wordt al tientallen jaren gedaan, waardoor een goed en consistent beeld ontstaat (anders dan bij videocamera’s en andere apparaten die door de technologische vooruitgang steeds beter worden, veranderen menselijke waarnemers niet).

Normaliter kunnen tellingen het beste worden gedaan onder een donkere hemel en wijds zicht. Maar kan het ook vanuit de stad? Het is natuurlijk volstrekt duidelijk dat je meer meteoren ziet als je op een heel donkere plek bent en de gehele hemel kan zien. Iedere stermagnitude dat het minder helder is, levert 2 tot 2.5 minder meteoren op (onder een donkere hemel kunnen we sterren tot +6.5 zien, in de een sterk verlichte stad kan deze grensmagnitude zakken tot +4 of nog lager).

Verder levert een open zicht ook meer meteoren op. Het blikveld van ons oog is ongeveer 100 graden, waarbij we in het centrum zwakkere meteoren kunnen zien dan aan de rand. Een klein beetje obstructie door bomen of gebouwen is daardoor niet onoverkomelijk met name als het alleen aan de rand van het blikveld is. Het is wel lastig te bepalen wat de exacte obstructiefactor is [Ref IMO & Rendtel, Koschak (1990) Determination of spatial number density and mass index from visual meteor observations, WGN, Vol 18, p44-58) maar heel ruw kunnen we stellen dat elke 10 graden minder (ongeveer de breedte van een hand bij gestrekte arm), we 5% minder meteoren zien.

Meteoren waarnemen vanuit de stad? Felix Bettonvil nam de proef op de som vanuit Utrecht.

Maar is het daarom misschien toch mogelijk om meteoren te kijken als je niet op een donkere plek woont? Dat vond ik een interessant experiment. Dit voorjaar waren de Lyriden te zien, een voorjaarszwerm met gemiddelde activiteit. De weersomstandigheden lieten te wensen over, met slechts spaarzame kansen op opklaringen en ik vond het niet zinvol om naar een donkere plek te rijden. Het bleef echter kriebelen, en zette toch de wekker midden in de nacht (03h) en wilde dan – mits helder- waarnemen vanuit de tuin. En waarempel, het was helder!

Ik installeerde me in de achtertuin, omringd door bebouwing, een schatte mijn vrije blikveld op 70 graden (die ik omrekende naar een obstructiefactor van 1.2). Directe straatverlichting was er niet, het enige licht kwam van de stadse sterrenhemel.

Het viel niet tegen, en kwam met hulp van twee drempelvelden op 5.0. In een uur waarneemtijd zag ik 8 meteoren, waarvan 3 Lyriden. Met een tevreden gevoel stapte ik een dik uur later weer in bed, de rest van het gezin nog in diepe slaap.

Conclusie

IMO hanteert als treshhold een grensmagnitude van 5.0, dus dit was dus nog net goed genoeg om in te sturen. Wetende dat vanuit Nederland de kans klein was om uberhaupt iets waar te nemen, vond ik dit een leuk resultaat: veel beter iets dan helemaal niets. En daarmee ook weer een kleine bijdrage aan onze kennis van het heelal.

Categorieën: