Meteoriet of niet?

Niet elke steen die je in Nederland vindt, is een meteoriet. Er zijn genoeg soorten gesteente of kenmerken van gesteente die je op het verkeerde been kunnen zetten. Hoe herken je dan of een steen een meteoriet is, of niet?

Of een steen juist vers of verweerd is, of misschien door industriële processen is gevormd; het herkennen van meteorieten vergt inzicht in de eigenschappen van buitenaardse gesteenten en hoe ze aangetast worden tijdens hun verhitte vlucht door de atmosfeer en verblijf op aarde.

Heb ik een meteoriet, of niet?

Jaarlijks vinden enkele honderden mensen hun weg naar het meteorietenmeldpunt van de Werkgroep Meteoren. Daarom doen we ook een dringend beroep op jou als vinder om ons te helpen door je vondst eerst zelf te beoordelen. We snappen dat dit lastig is, aangezien de informatie op het internet erg versnippert is. Daarom hebben meteorietdeskundigen van onze Werkgroep op deze pagina wat handige informatie voor je op een rij gezet.

Je doorloopt hieronder drie stappen. Allereerst zul je in Stap 1 jouw vondst vergelijken met voorbeelden van echte meteorieten en pseudometeorieten; dat laatste zijn materialen die vaak onterecht worden aangezien als meteoriet. Vervolgens kun je in Stap 2 een classificatieboom (flowchart) doorlopen en zelf een eerste beoordeling van je vondst te maken. Stap 3 is het maken van een melding als daar aanleiding toe is.

Stap 1: Vergelijk je vondst met andere materialen

Bedenk dat de kans op het vinden van een meteoriet extreem zeldzaam is. Probeer daarom eerst zelf een ‘gewone verklaring’ te vinden voor de vondst. Veelvoorkomende vondsten die bij ons gemeld worden die niet als meteoriet classificeren, zijn: hoogovenslakken (veel gebruikt voor van wegen en terreinen en vaak gevonden met de metaaldetector); keramiek, glas van zowel industriële als vulkanische oorsprong; en zelfs goed afgeronde kiezels en keien die veelvuldig in het Nederlandse rivierlandschap voorkomen. Ook steentjes die uit de lucht vallen door toedoen van vogels, worden soms als mogelijke meteoriet bij ons gemeld.

Op de website van Washington University in St. Louis vind je een groot aantal goede, duidelijke foto’s met (Engelstalige) uitleg die helpen bij het herkennen van gesteenten en objecten die geen meteorieten zijn. Je vindt daar ook een speciale gallerij met tientallen foto’s van objecten die geen meteoriet zijn. Ook in het Delft Meteorite Lab (van werkgroeplid Sebastiaan de Vet) vind je een aantal interactieve 3D modellen van meteorieten die je kunnen helpen. Vergelijk je vondst dus eerst eens met deze foto’s. De volgende kenmerken zijn eigenschappen waar je zeker op moet letten:

1. Smeltkorst vs. gesmolten uiterlijk. Controleer of het materiaal een verse smeltkorst heeft als gevolg van de val door de dampkring. Een hele verse smeltkorst lijkt vaak op het matzwarte oppervlak van een barbecuebriket, maar het kan in sommige uitzonderlijke gevallen ook donkerbruin of glanzend zijn. Enkele voorbeelden van smeltkorsten van meteorieten zie je hier en hier. Meteorieten zijn echter nooit gesmolten (zoals de naam van de korst suggereert), ze dampen weg door de hitte in de atmosfeer. Materialen die deels gesmolten of glasachtig ogen, zijn daarom geen meteorieten. Zoek in dit overzicht meer over deze materialen.

2. Smeltkorst vs. verweringslaag. Een smeltkorst is een dun zwart laagje dat vaak kleine scheurtjes vertoont als gevolg van het samentrekken van de laag door het afkoelen. Denk je dat het materiaal een smeltkorst heeft, controleer dan of de korst ergens verdwenen is zodat je het inwendige kunt ziet. Heeft het inwendige dezelfde of juist een afwijkende kleur? Een smeltkorst heeft een scherpe (abrubte) overgang naar het inwendige materiaal en het verschilt daarmee vaak sterk van een verweringslaag aan de buitenkant van aards gesteente. Zoek in dit overzicht meer over deze materialen.

3. Kuiltjes (regmaglypten). Een kenmerk van een meteoriet met smeltkorst is dat het soms kuiltjes bevat (niet te verwarren met luchtbelletjes: zie punt 4 hieronder). De duimachtige indrukken, of ‘regmaglypten’ ontstaan tijdens het verdampen van het gesteente tijdens het atmosferische verhittingsproces. In metaalmeteorieten zijn deze kuiltjes vaak duidelijker en dieper dan bij steenmeteorieten. Bekijk de voorbeelden in dit overzicht

4. Luchtbelletjes. Meteorieten bevatten doorgaans geen luchtbelletjes (‘vesicles‘ in vakjargon). Deze ontstaan door het ontsnappen van gassen die ooit in het vloeibare gesteente zaten opgelost. Het is een kenmerk dat typisch ontstaat in vulkanische en industriële processen; processen die erop duiden dat het geen materiaal geen meteoriet is. Zoek in dit overzicht meer over deze materialen.

Stap 2: Beoordeel je vondst met deze classificatieboom

Gebruik de onderstaande classificatieboom om te bepalen of je jouw vondst kunt melden bij het Meteoriet Documentatie Centrum. Deze classificatieboom is gebaseerd op kenmerken van meteorieten én eigenschappen van materialen die geen meteoriet zijn (oorspronkelijk bedacht door Deborah Guedes). In stap 1 heb je er hiervoor al een aantal van deze kenmerken gezien. Deze tweede stap is vooral bedoeld om te bepalen of een deskundige in meer detail naar jouw vondst moet kijken.

LET OP: heb je een steen gevonden na een oproep rond een recente vuurbol? Gebruik dan géén magneet, en beantwoord deze stap als “JA” (in verband met mogelijk uitwissen magneetveld in de steen)

Stap 3: Vraag extra advies via het meteorietmeldpunt

Doorgaans blijkt uit de voorgaande stappen dat 99,9% van alle vondsten geen meteoriet is. Blijkt uit de flowchart dat het toch nodig is dat een expert naar jouw vondst kijkt? Neem dan contact op met een deskundige van het Meteoriet Documentatie Centrum.

Belangrijke disclaimer: je kunt hier alleen terecht met vondsten die in Nederland (of België) zijn gedaan, we kunnen je niet helpen met het identificeren van mogelijke meteorieten die zijn aangekocht in het buitenland of via handelaren.

Bij het Meteoriet Documentatie Centrum worden meteorieten beoordeelt door meteorietdeskundigen. Zekerheid over de echtheid van een meteoriet kan alléén gegeven worden door nader onderzoek van deskundigen van een geowetenschappelijk onderzoeksinstituut. Meteorietdeskundigen van het MDC werken daarom nauw samen met onderzoekers van Naturalis, de Planetary Exploration groep aan de TUDelft en het Sterrenkundig Instituut Leiden. Samen dragen we zorg voor het zorgvuldig beoordelen van de meldingen die via dit meldpunt binnenkomen. Bezoek de pagina van het Meteoriet Documentatie Centrum.

n.b. Wij verzoeken je om niet via Facebook berichten over mogelijke meteorietvondsten te sturen, of die per e-mail te sturen naar het algemene mailadres van de Werkgroep Meteoren. Meldingen kunnen uitsluitend via het meteorietenmeldpunt, want dan kunnen we zorgen dat jouw melding zonder vertraging bij de juiste deskundigen terecht komt.

Extra testen

Er zij nog andere testen die kunnen helpen bij het vaststellen of een object een meteoriet is of niet. Deze zijn niet per se noodzakelijk als je op basis van het stappenplan hierboven een melding maakt. Maar het helpt wel natuurlijk. Voor deze testen geldt ook dat ze niet diagnostisch zijn. Met andere woorden, ze vertellen niet dat een object een meteoriet is, maar bevestigen een bepaald kenmerk. Een expert kan op basis van alle informatie samen vaststellen of een object een meteoriet is, of iets anders.

1. Streeptest. Streep een mineralogisch kenmerkt dat verwijst naar de kleur van de streep die een steen maakt wanneer deze wordt geschraapt tegen de ongeglazuurde (ruwe oppervlakte) zijde van een witte keramische tegel. Je kunt ook de ongeglazuurde bodem (rand) van een wit koffiekopje gebruiken. Bepaalde mineralen hebben een kenmerkende streepkleur. Hematiet maakt een roest- of roodkleurige streep; magnetiet maakt een donkergrijze streep. Hematiet- en magnetietstrepen zijn gemakkelijk te maken, bijna als krijt op een stoep (je hoeft dus niet hard te drukken). Versgevallen meteorieten geven geen streep of slechts een zwakke grijsachtige streep, maar alleen als je hard drukt. Ook zal aards stollingsgesteente geen streep geven, dus de afwezigheid van een streep betekent niet dat het object een meteoriet is.

Bron: Washington Univerity in St. Louise

2. Nikkeltest. Alle ijzermeteorieten bevatten nikkel. Een simpele chemische test voor nikkel (zoals deze nikkeltest) kan je helpen om vast te stellen of het metaal nikkel bevat. Ook hier geldt dat een positieve testuitslag niet direct betekent dat je een metaalmeteoriet hebt. Zo kan slak (smeltproduct) soms een positief resultaat geven. En als de kleur van de test snel vervaagt, betekend dit dat er niet genoeg nikkel in zit voor wat we voor meteorieten verwachten.

3. Krastest. Steenmeteorieten bevatten geen noemenswaardige hoeveelheden kwarts, terwijl kwarts gebruikelijk is in veel aardse gesteenten. Kwarts is harder dan alle gebruikelijke mineralen in meteorieten. Kwarts is zelfs zo hard dat het gemakkelijk een kras in glas maakt. Zelfs als je heel hard drukt, zal een meteoriet in het gunstigste geval slechts een zwakke kras maken. Kortom, lLaat de steen een kras achter in glas, dan is het geen meteoriet. Maar als het géén kras maakt, dan is het waarschijnlijk nog steeds geen meteoriet aangezien veel aardse gesteente geen kwarts bevat.

4. Dichtheid. We raden af om objecten onder te dompelen in water om het volume te bepalen. Als het object een meteoriet betreft zou dat de steen wel eens kunnen beschadigen en vervuilen. (Verpakt in bijvoorbeeld een boterhamzakje kan wel). Als je een steen hebt met een dichtheid in het bereik van 3,0 tot 4,0 g/cm^3 kan het mogelijk een meteoriet zijn. Dat is het goede nieuws. Veel gesteente op aarde valt binnen dit bereik, dus dichtheid kan niet direct uitsluitsel geven.


Lees verder: