Fotografie van meteoren

In 1953 werd de eerste Nederlandse meteoor op de gevoelige plaat vastgelegd. In de loop van de jaren daarna zijn er duizenden, zoniet honderdduizenden meteoren gefotografeerd. Hoe pak je het fotograferen van meteoren aan? We geven hieronder een paar praktische tips om je op weg te helpen.

Het fotograferen van meteoren is makkelijk, maar het vraagt ook wat voorbereiding om de kans om meteoren vast te leggen te vergroten. Meteoren verschijnen onaangekondigd aan de hemel en daar moet je op inspelen door bijvoorbeeld lang te belichten, een geschikte lens te gebruiken en vooral veel, heel veel foto’s te maken. Dankzij de intrede van digitale spiegelreflexcamera’s kun je bovendien naar hartenlust experimenteren met instellingen van de camera voor het beste resultaat.

Fotografietips

1. Zoek een donkere plek. Begin met het zoeken naar een geschikte donkere plek waar je weinig last hebt van straatverlichting. Denk aan een donker park of een natuurgebied. Hoe minder lichtvervuiling je in je omgeving hebt, hoe makkelijker je de opname lang kunt belichten om meteoren vast te leggen. In Nederland zijn er zelfs een aantal duisternisgebieden in de noordelijke provincies waar je prachtig de nachtelijke hemel kunt fotograferen.

2. Plaats de camera op een statief. Benut de stabiliteit van een goed statief aangezien je veelal lange sluitertijden van dertig seconden of enkele minuten gebruikt. Met die stabiele basis kun je niet alleen scherpe foto’s maken, maar je kunt zo de foto’s later ook combineren om bijv. time-lapse filmpjes te maken. Met wat handigheid in een fotobewerkingsprogramma is het ook mogelijk om met alle foto’s een indrukwekkende compilatie te maken van meerdere meteoren op één foto.

3. Stel scherp op oneindig. Erg belangrijk, maar het kan in het donker een aardige klus zijn. Je kunt daarom vooraf (overdag) je lens alvast scherpstellen en de scherpstelring van de lens vastzetten met een stuk plakband. Een beter alternatief is gebruik te maken van de live-view functie die veel digitale spiegelreflexcamera’s hebben. Zet je auto-focus uit, zoom in op een heldere ster in het beeldveld en stel scherp.

4. Gebruik een afstandsbediening. Een digitale draadontspanner is een handig hulpmiddel om een lange belichtingstijd te gebruiken (in de bulb- of B-stand) of met de instellingen voor de sluitertijd op de camera automatisch foto’s achterelkaar te maken. Terwijl de camera zijn werk doet, heb je zelf de kans om ook van het lichtspektakel te genieten.

5. Kies een geschikte lens. Voor je materiaalkeuze is de lens waarschijnlijk het belangrijkste onderdeel om bij stil te staan. Gebruik tijdens het fotograferen altijd een lens met een zo laag mogelijke (snelle) f-stop; hoe lager hoe beter. Een lens van f/3.5 is al geschikt om meteoren mee te fotograferen. Een snellere lens van f/2.8, f/1.8 of f/1.4 is nog beter, aangezien je met de kleinere openingsverhouding een grotere hoeveelheid licht opvangt ten opzichte van een f/3.5 lens. Dat vertaalt zich op je foto’s bij dezelfde sluitertijd en lichtgevoeligheid in meer én lichtzwakkere meteoren. Probeer bovendien een groothoeklens te gebruiken. Meteoren verschijnen immers overal aan de hemel. Hoe meer je daarvan met je lens kunt zien, hoe groter de kans om een meteoor vast te leggen.

6. Experimenteer. De ideale combinatie van lichtgevoeligheid (de ISO-waarde) en de belichtingstijd is sterk afhankelijk van de plek vanwaar je fotografeert. Voor een meteoorwaarnemer in het grootstedelijk gebied van de randstad zal die combinatie namelijk anders zijn dan voor een meteoorwaarnemer midden in een donker natuurgebied. Gebruik in elk geval niet de allerhoogste ISO-waarde van de camera, omdat dit veel ruis oplevert. Een mooi beginpunt met een f/2.8 lens en een gevoeligheid van ISO 1600 is een belichting van 10-30 seconden. Hoe lang je de lens open kunt laten staan, hangt af van de donkerte van de hemel. Is er weinig storende invloed van maan- of kunstlicht, dan kun je soms wel tien tot vijftien minuten belichten. Bij meer stoorlicht kun je vaak niet langer dan enkele tientallen seconden of minuten belichten. Experimenteer daarom tot je tevreden bent met je belichting van je foto. Houd in gedachte dat je soms beter tien foto’s kunt maken met een belichting van dertig seconden dan één foto met een belichting van vijf minuten. Zo blijft de hemelachtergrond relatief donker en blijven de sterren vrijwel puntvormig.

Compilatie van 19 Geminiden in de nacht van 14 op 15 december. De foto is genomen vanaf Tenerife op 2100 meter hoogte door Roy Keeris.

7. Richtpunt en compositie. Wanneer je klaar bent met alle voorbereidingen om je fotosessie te starten, denk dan nog even na over het richtpunt van je camera. Vaak levert een richtpunt iets naast de radiant een goed resultaat op. Daar zijn de meteoorsporen vaak langer, aangezien de meteoren niet direct op de camera afkomen. Ook hier geldt; experimenteer. Niet onbelangrijk is de compositie van je foto. Probeer ook wat voorgronddetails op de foto te krijgen. Sterren en meteoorsporen zijn natuurlijk mooi, maar de foto wordt nog indrukwekkender met een referentiekader (zoals de meteorenfoto hiernaast). Zodoende is de groothoeklens die we eerder noemende een handige keuze, want je wilt natuurlijk óók zoveel mogelijk van de hemel vastleggen.

8. Denk aan de kou. De aanpak tijdens je fotosessie is natuurlijk de sluiter van je camera zo lang mogelijk open te hebben om de kans te vergroten een meteoor vast te leggen. Houd er daarom rekening mee dat de batterij van de camera op een gegeven moment leeg raakt. Bij koud weer gebeurt dat eerder dan bij kamertemperatuur. Leg daarom reservebatterijen gereed, gebruik een batterijgrip waarin je meerdere batterijen kwijt kunt, of sluit de camera via een adapter aan op het stopcontact.

En dan, wachten…

De maxima van grote meteorenzwermen zijn de meest ideale momenten om meteoren te fotograferen. Aangezien een meteoor van korte duur is, belicht deze de beeldchip of film niet zo lang als de sterren dat doen. Daarom zijn doorgaans alleen meteoren helderder dan een magnitude of +1 op de opname terug te vinden. Dat hangt natuurlijk ook nauw samen met je lenskeuze en de ISO-waarde waarbij je fotografeert. Bij grote meteorenzwermen als de Perseïden en de Geminiden maak je veel kans om meteoren vast te leggen. Vooral rond het maximum leg je op een heldere nacht zeker wel een aantal exemplaren vast. Op andere momenten is het minder makkelijk om meteoren te fotograferen, omdat het aantal meteoren op een gemiddelde nacht veel lager ligt.

Voorkom condensvorming

's Nachts kan er vocht op de lens slaan. Let hier goed op, anders krijg je wazige foto's. Foto: Roy Keeris, Lattrop

’s Nachts kan er vocht op de lens slaan. Let hier goed op, anders krijg je wazige foto’s. Foto: Roy Keeris, Lattrop

Blijf tijdens het fotograferen altijd alert op wat er met je cameraopstelling gebeurt. Als er veel vocht in de lucht zit, kan de lens door afkoeling beslaan. In Nederland is dat probleem zeker aan de orde. Hierdoor kunnen de foto’s wazig worden en op een gegeven moment zijn de sterren zelf niet meer zichtbaar. In de winter kan het zelfs veranderen in ijs. Houd dit daarom in de goed gaten en poets de lens zo nodig geregeld even schoon met een schoon en droog doekje. Er is ook speciale lensverwarming op de markt die de vorming van condens op de lens tegengaat. Bekende merken van verwarmingslinten zijn Astrozap, Dew-Not en Kendrik, en ze zijn verkrijgbaar bij de betere telescoopwinkel. Wikkel eventueel ook een handdoek om de camera om de vorming van condens op de behuizing van de camera te voorkomen.

Banen en snelheden uitrekenen

Sectoronderbreking. Een meteoorspoor met onderbrekingen.

Wil je naast het maken van mooie meteorenfoto’s ook eens aan een meteoor rekenen, plaats dan een zogenaamde sector voor het cameraobjectief. Dit is een snel-draaiende metalen ‘vlinder’ die de lens afwisselend afdekt. De meteoor wordt hierdoor als het ware in stukjes gehakt en als een onderbroken streep op de foto afgebeeld. Aangezien de sector een constant toerental heeft, kun je hiermee de hoeksnelheid van de meteoor uitrekenen. Nog interessanter wordt het als een andere waarnemer dezelfde meteoor gelijktijdig heeft vastgelegd. Met driehoeksmeting kun je in dat geval een driedimensionaal beeld van het lichtspoortje reconstrueren. Zo kun je uiteindelijk zelfs de baan van de meteoroïde door het zonnestelsel uitrekenen. De nieuwste methode voor het onderbreken van de belichting, ontwikkeld bij de Werkgroep Meteoren, is de liquid crystal chopper die in de camera of cameralens wordt ingebouwd. Deze digitaal aangestuurde filters maken de snelheidsbepaling nóg nauwkeuriger.

Andere vormen van meteoorfotografie

Een extreme groothoeklens (fish-eye) stelt je in staat de gehele hemel vast te leggen. Op deze manier leggen allsky-camera’s jaarlijks enkele tientallen vuurbollen vast boven Nederland. Dergelijke waarnemingen zijn onder meer waardevol voor het terugvinden van meteorieten. Je kunt dezelfde dekking van de hemel krijgen door gebruik te maken van meerdere camera’s. De Werkgroep bezit twee opstellingen, die ‘camerabatterijen’ worden genoemd, waarop 6 of 8 fotocamera’s worden bevestigd. Gezamenlijk fotograferen deze 14 camera’s de hele sterrenhemel. Beide camerabatterijen zijn voorzien van een sector zodat hoeksnelheid van de meteoor kan worden bepaald. Binnen de werkgroep wordt de camerabatterij voor meerdere camera’s een MECAT genoemd (MEteor CAtcher). Hieronder staat een foto van deze fotografische opstelling.

De MECAT (MEteor CATcher) met acht fotocamera’s. De ronddraaiende sectoren onderbreken korstondig de belichting zodat een meteoorspoor als stippellijn wordt vastgelegd. Zo wordt het mogelijk om de snelheid van een meteoor te bepalen.

 

Meteorenfotografie biedt natuurlijk veel meer mogelijkheden. Zo kun je met een tralie of prisma voor de cameralens het spectrum van een meteoor vastleggen. Dat wordt extra interessant als je bedenkt dat meteoren vaak van kleur verschillen (en daarmee dus ook qua spectrum). Dankzij nieuwe software kun je tegenwoordig gemakkelijk uit een digitale opname het spectrum bepalen.

Lees verder: